dinsdag 2 maart 2010

Juryrapport wedstrijd 'Schrijven' Openbare Bibliotheek Groningen

Juryrapport Poeziewedstrijd 2010
U I T S L A G V A N D E P O E Z I E W E D S T R I J D 2010


Op 28 januari vond in Groningen voor de elfde keer de Poëziemarathon plaats. In voorgaande jaren organiseerde de Schrijversschool van het Kunstencentrum Groningen in samenwerking met de Openbare Bibliotheek een poeziewedstrijd. Vorig jaar kon de wedstrijd helaas niet doorgaan wegens reorganisaties. In 2010 heeft de OB het nieuw leven in geblazen en met succes. Meer dan tweehonderd inzendingen, een record! Lees hieronder het Juryrapport.
Juryrapport

Op het moment dat we ons wat zorgen begonnen te maken over de inzending liep het storm! Uiteindelijk bleken er meer dan tweehonderd gedichten ingezonden te zijn. Een record! Vierenzeventig van deze gedichten zijn geschreven door kinderen. Het bleek een hele klus om alle gedichten met zorg en aandacht door te nemen en te bespreken. Maar het was de moeite absoluut waard. Geraakt door zoveel vlijt en liefde voor de poëzie maakte dat we ons met bijzonder veel plezier hebben ingezet om de allerbeste te selecteren.
De interpretatie van het thema 'Over de grens' werd veelal letterlijk opgevat. Het stappen over de huisdrempel of het reizen naar een ander land of werelddeel kwamen vaker voor. Daarnaast kwam ook de psyche aan bod. Hierbij denken we aan de dementerende grootmoeder, de verwarde eenzame ziel, de dolende zondaar. Misschien niet zo verwonderlijk in deze tijd van crisis en verwarring. Maar ook vrolijke gedichten passeerden de revue. Een groot aantal van de gedichten leek van een zelfde soort niveau. Discussies waren onvermijdelijk. Het was daarom noodzakelijk om nog dieper in te gaan op de teksten. Soms opende dit een nieuwe wereld met een verhelderend inzicht, waardoor het gedicht in onze achting steeg. We hebben daarbij gelet op originaliteit, zeggingskracht, ritmiek, vorm en opbouw. Emotionele lading speelde bij de keuze ook een belangrijke rol. Raakt het gedicht de lezer? We willen onze grote dank uitspreken aan alle dichters die aan deze wedstrijd hebben meegedaan. Ik was persoonlijk ontroerd bij het lezen van al deze fraaie gedichten. De inzet was groot. Het stemt ons zeer positief te weten dat er zoveel mensen bezig zijn met taal en poëzie.
Samen met de dichters Jane Leusink en Nina Werkman en literatuur promotor Douwe van de Bijl had ik de eer om de mooiste tien gedichten van de volwassen inzenders en de tien mooiste gedichten van de jonge dichters te selecteren.
We zijn gekomen tot de volgende prachtige selectie van de gedichten.


De selectie van de ingezonden gedichten van de jongeren

Voordat we overgaan tot de bekendmaking van de tien beste gedichten van de jeugd willen we toch nog graag een paar kanttekeningen plaatsen.
Waar wij als jury een beetje over vielen was de manier van aanlevering van de teksten. Het gaat hierbij om het gebruik van de hoofdletters. We weten niet of het ook steeds zo bedoeld is. De typografie is van belang, want ook het uiterlijk van een gedicht heeft zeggingskracht.
Het was de bedoeling om elk een gedicht in te zenden. Dat hier een misverstand over is ontstaan, is niet zo erg. Toch is het wel belangrijk om een keuze te maken bij het inzenden van een gedicht. Je gaat kritischer naar je eigen werk kijken. Er valt dus ook een hoop van te leren.
Veel van de gedichten waren inhoudelijk boeiend en/of beginnen veelbelovend. Maar dan zakt het tegen de laatste strofe een beetje in of wordt het gedicht wat afgeraffeld in de slotzin.
Verder waren wij heel tevreden.

Op de tiende plaats: "Grenzen en wensen" van Shaquille Hadipour.
Een lief gedicht over verlangen met een bijzondere wending. België is de grens. En in meerdere gedichten doemt België op. Dat is een grappig gegeven. Is er een reden voor?

Op de negende plaats: "jammer" van Marije Salomons.
Erg origineel gedicht dat veel vraagtekens oproept. Het lijkt te gaan over een scheiding en de kans op een verbintenis (brug) is daarbij om zeep geholpen. Een gedicht dat echt gaat over het aangeven van de grens, zowel letterlijk als figuurlijk. Het lijkt wel of de dichteres zelf graag zou willen dat haar moeder eerder de grens had aangegeven. Of gaat het over een gemiste kans? De rijm – brug / terug - maakt het tot een afgerond geheel.

Op de achtste plaats: "zonder titel" van Sigrid Jager.
Een ontroerend gedicht. Eenvoudig, mooi en krachtig door de herhaling.
Deze herhaling heeft ook een grappig effect!

Op de zevende plaats: "zonder titel" van Tirza Roosjen.
Woordpoëzie. Een spannend gedicht door de inhoud van de tekst maar ook door de ritmiek die ontstaat door de keuze van de woorden en de voltooide deelwoorden.
Ook de indeling van de zinnen maakt dit gedicht intrigerend.

Op de zesde plaats: "Leeftijdsgrens" van Ashly Pinzon.
De titel dekt niet helemaal de lading.
Het is een origineel gedicht maar we missen het vraagteken en het voegwoord 'want' is wat storend.
Mooi dat de dichter aangeeft dat hij graag oud wil worden. 'En minimaal 1.75 m.' is humoristisch.

Op de vijfde plaats: "Van hier en verder" van Bouwe van der Wal.
Dapper en grappig. Een gedicht dat gaat over zo'n jongen die zichzelf maar moed inspreekt.
De twijfel wordt hierin mooi beschreven, het nadenken en dan de sprong.
De titel is juist gekozen.

Op de vierde plaats: "Over de grens" van Jurryt van der Sluis.
Mooi beeld: overal zijn grenzen, maar Jurryt gaat erover heen. Hij beschrijft grenzen van verder weg tot heel dichtbij. Mooi de zinnen vlak achter elkaar, 'de zee is een grens' en 'de deur is een grens'. Grappige slotzin. Het is een ondeugend en uitdagend gedicht.

Op de derde plaats: "Grenzen van mensen" van Olivier Feikens.
Een gedicht waar goed over is nagedacht. Er zit een mooie tegenstelling in. Leuk gebruik gemaakt van de taal.
Er lijkt een kritische noot in te zitten omdat hij eigenlijk zegt dat mensen geen grenzen hebben. De mens is tot alles in staat terwijl je juist denkt dat mensen wel grenzen hebben. Het gedicht lijkt zelfs wel maatschappijkritisch.

Op de tweede plaats: "Lichaamstaal" van Mirte Yspeert.
Een mooi, verrassend gedicht. Heel intrigerende zinnen als: 'Mijn ogen zeggen het' en 'Hij voelt hoe ik vraag'. De dichteres lijkt een stiekeme toeschouwer. Het wekt nieuwsgierigheid op, het lijkt te gaan over een geheim. Maar ook over afwijzing, de lege blik in de ogen, niemand heeft het gezien (gelukkig?), een onderonsje. Een mysterieus gedicht met een goed gevonden titel.

Op de eerste plaats is geëindigd: "Over de grens" van Eva Omvlee.
Het is een diep gedicht en op vele manieren interpreteerbaar. Langs de grens en over de grens. Mooie paradox; het lijkt heel ruim maar onze wezenlijke grens is ons huis.


De selectie van de ingezonden gedichten van de volwassenen

Ook bij de volwassenen willen we graag een paar kritische opmerkingen plaatsen. Ook veel boeiende gegevens en onderwerpen, die meer de moeite waard zouden zijn geweest als deze beter waren uitgewerkt. Er was best veel rijmdwang en hier en daar wat Sinterklaasritmiek. Maar in veel gedichten troffen wij een strofe of een regel aan die ons bij de hand pakte en meevoerde.

Op de tiende plaats: "Sint-Martens-Voeren" van Sacha Landkroon.
Deze plaats ligt in de gemeente Arrondissement Tongeren in Belgisch-Limburg en is volgens de dichter een bizar gehucht in deze Belgische voerstreek.
Mooi binnenrijm in de eerste strofe. Ook alliteratie en binnenrijm in de tweede strofe.
Dit gedicht roept onmiddellijk beelden op van de plek, de kerk, de brug. Het staat bol van religieuze beeldspraak, zoals de verwijzing naar de barmhartige Samaritaan die de mantel in tweeën scheurt en een helft weggeeft aan iemand die het nodig heeft. Het gedicht begint met zerken en eindigt met graven. Het gaat over een kerkhof, de grens tussen leven en dood. Het stopt niet bij de dood want daarna gaat de strijd voort, een strijd tussen heiligen. Zijn de heiligen wel zo heilig? 'het hinken van de Sint op twee gedachten'; hij wil even geen Samaritaan zijn. Het is ook een gedicht dat vol zit met destructieve beelden. Als je snoept van mortel (cement), dan stort iets in. Vleermuizen als symbool van de dood, vampierachtige wezens.
Het hele gedicht is overvol van beelden die het lezen niet gemakkelijk maken. Hier is wel een gevorderde dichter aan het woord.

Op de negende plaats is geëindigd: "Grensoverschrijding" van Hans van Berkestijn.
Een knap geconstrueerd gedicht. Origineel dat aan de hand van een landschap in de eerste strofe een parallel wordt geschetst met het fysieke. Mag of wilde hij niet verder? De jury had moeite met de laatste twee regels van de eerste strofe: 'Voelde ik hem mij niet raken, hoorde hem verderop'. Wat wordt daarmee bedoeld? De wat nuchtere lading van dit gedicht lijkt de emotie op afstand te houden. Het is dan ook belangrijk om dit gedicht keer op keer te lezen. Om te trachten die emotie ook daadwerkelijk te voelen. Na een aantal keren 'herlezen' lukt dit wonderwel en blijkt het om een zeer weemoedig gedicht te gaan. Gaat het over een verloren liefde of vriendschap?

Op de achtste plaats: "VEL OVER BEEN STAAN BOMEN TE LACHEN" van Jacoline de Heer.
Dit gedicht met deze bijzonder originele titel begint heel allitererend, waardoor je gelijk het verhaal wordt binnengetrokken. De tweede strofe geeft een plaatsbeschrijving, de derde een tijdsbeschrijving, de vierde weer een plaats. Ritmisch onderbreekt de vijfde strofe de anders saai wordende gang van het gedicht. De laatste strofe is een mooi besluit en commentaar. De zin 'ze zijn onderweg naar een festival voor inheemse culturen' loopt niet helemaal lekker. De jury was van mening dat deze vierde strofe dan ook de zwakste was. Het is te breed uitgesponnen. De strofe hierna loopt als een trein. We spreken dus van een rijk gedicht door het taalgebruik en de keuze van de woorden.

Op de zevende plaats is geëindigd: "A7" van Amorion.
Amorium is een plaats in het Byzantijns-Romeinse rijk. In de naam zit het woord amor wat liefde betekent maar in deze naam verwijst het naar India waar het moeder betekent. Het staat voor de band met de moedergodin Anatolia. Heeft deze dichter dit pseudoniem zo bedoeld?
Het is een ontroerend gedicht met een tamelijk merkwaardige eerste strofe. We worstelden met wordt - worden – wordt. Leuke dactylen (- ( ( ; een sterker en dan twee zwakker beklemtoonde lettergrepen) in de eerste strofen, waardoor er snelheid ontstaat (Dit is grappig als je het voorgaande betreffende de naam Amorion en de verwijzing naar de moedergodin erbij betrekt. Rhea die in barensnood van Zeus haar vingers (dactylen) tegen de aarde drukte; uit deze vingerafdrukken ontstonden de belangrijke goden met betrekking tot het handlezen, die de dactylen werden genoemd). Het gedicht vertoont daarna een onregelmatig metrum.
In de tweede strofe mooi beginrijm; kust en sust en dan ook nog wist. Hier lijkt over nagedacht. De laatste strofe bevat mooie beelden. De troostende sloot.
De slotzin 'kijk, zeg je, kijk, daar ben je dan' doet denken aan de laatste regel van een gedicht van Hans Lodeizen met de titel "Voor Vader" uit 1958. Deze zin die ineens opduikt, uit de lucht lijkt te vallen. En ook deze regel begint net als bij Lodeizen met een kleine letter. Ook het woord 'lippen' komt in dit gedicht voor. Bijzonder. Want hoe eindigt Lodeizen? 'mijn lippen mijn tedere lippen dicht'. Mooi toeval?

Op plaats zes: "soldatenmes" van Daniel Bras.
Dit gedicht heeft een intrigerende titel. Het gedicht is origineel, diep en met veel zeggingskracht. Het is wat dwangmatig verdeeld in strofen, waardoor naar het eind toe op vreemde plekken regels wit zijn ontstaan.
Jammer dat er drie keer 'woorden' in voor komt. Heeft de dichter dit wel gezien of heeft hij dit met opzet zo gedaan? Wel heel mooi; het subtiele gebruik van binnenrijm, zoals bij wreef / schreef - beginrijm. Hand/zand is ook mooi, niet zo opgelegd. In het tweede deel helemaal geen rijm meer alsof de zin 'dat sommige woorden niet meer met land van herkomst wilden rijmen' letterlijk wordt toegepast op de rest van het gedicht.
Het gedicht deed me denken aan een spel van vroeger, geheten 'landjepik' of 'landje veroveren'. Je tekende vlakken in het zand die verschillende landen voorstelden. Dan kon je vervolgens om de beurt met een mes gooien om een ander land in te pikken. Wie zal het zeggen?

En op de vijfde plaats is geëindigd: "Psychopompos's dans" van Sterre van Rossem.
Psychopompos was de geleider van de zielen naar de onderwereld, ook wel Hermes genoemd. Hermes was de speciale beschermer van de mystici. In het oude Griekenland kreeg hij de titel psychogoog en psychopompos.
Dit gedicht heeft een mooie openingszin. Is dit wanhoop? Of is het zelfgenoegzaamheid? Vooral het woord 'smeer' lijkt dit weer te geven. De zin 'Je danst prachtig, als een jongen' heeft een mysterieuze lading. Er zit ook een soort kwetsbaarheid in die waarschijnlijk verwijst naar de doden; 'dans de graven open'. Ook 'Janken naar de naakte maan', een maan die niet beschermd is, bijna aanraakbaar. Het gedicht draagt ook cynisme in zich. Psychopompos lijkt te genieten van zijn taak als geleider van de zielen naar de onderwereld.

Op de vierde plaats: "Onderwegens" van Jan de Jong.
Een mooi melancholisch gedicht. De verwardheid is ook knap weergegeven in de woordkeuze en de ritmiek. Een prachtige slotzin, ook de ik-figuur lijkt het niet meer te weten juist door de verwarring die de herinnering aan een verward persoon teweeg brengt. Hierbij hebben we het over de mooie regels 'Ga maar terug' en 'ik weet het even niet meer', net als het personage waar dit gedicht over gaat. Een dementerende vader of moeder? Wie is wie? Ook de lezer blijft onzeker achter.

Op de derde plaats: "Over de grens" van Clé van Katwijk.
De titel is helaas wat voor de hand liggend maar het betreft een mooi nuchter en ingehouden gedicht dat ook grappig is. Fraaie voorbeelden: de zinnen 'keek eens rond en besloot dat ik mijn gang zou gaan' en 'de dikke zolen zouden mijn stappen markeren'. Mooi ook is het contrast tussen de dikke zolen en het lichtvoetige springen. De alliteratie van fragiel en ferme maakt dat deze zin nog sterker naar voren komt.
Het is een gaaf, rond gedicht. Het laat de lezer of toehoorder achter met een positief gevoel na deze verkenning van een prille relatie.

Op de tweede plaats: "Alles past" van Antonio Termeer.
Een knap uitgewerkt gedicht. Een bijzonder herkenbaar thema, waarschijnlijk voor velen. De vakantiereis met toute la famille! Het streven om zo snel mogelijk op plek van bestemming te zijn. Beschrijft, ook in het ritme, de oplopende stress zonder die maar ergens te noemen; show, don't tell. De keuze voor de zogenaamde poesie parlante, verhalende poëzie, pakt zeer goed uit want het levert een prima lopend gedicht op. De laatste regel doet een beetje drs. P-achtig aan. Heel grappig. De wanhoop lijkt toe te nemen. Komisch is ook de nadruk op 'de baby', alleen al door de keuze van dit woord, geen naam of broertje, zusje, nee gewoon: de baby! Het gedicht doet denken aan een verhaal van Levi Weemoed uit 'Bedroefd maar dankbaar', waarin ook het hele gezin bepakt en bezakt op reis gaat met alle stress van dien. Dit gedicht verdient een tweede plaats!

Op de eerste plaats: "zonder titel" van Erik Hofstra.
De terechte winnaar van deze wedstrijd. Het gedicht is origineel, heeft zeggingskracht, is grappig en ingehouden van toon, staccato. Het gedicht roept een mooie bijna, naïeve sfeer op. Het is origineel van opbouw maar de dichter is wat slordig geweest in de interpunctie.
De omslag wordt verbeeld door het gras; eerst nat, groen door de wind gebogen, dan dor en geel. Parallel aan de daarmee verbonden gebeurtenissen. In de tweede strofe speelt een vrouw een destructieve rol.
Het idyllische begin van het gedicht - behalve de slecht bezochte kerk (of is dit misschien ook een idylle voor de dichter?) - is aan het einde van de tweede strofe totaal verstoord. Het gras is dor en geel, iedereen gaat naar de kerk wat lijkt te duiden op slechte tijden. Ging het mis toen zij kwam? Is ze er misschien vandoor? 'Zij was andere woorden' en het eindigen met '... is onverstaanbaar' lijken deze conclusie te rechtvaardigen. Het gedicht zou zelfs in de bijbelse traditie kunnen staan. De vrouw als veroorzaker van alle kwaad.
Is de laatste regel wel noodzakelijk? En zo ja: misschien had deze zin wat minder gemakkelijk geformuleerd moeten worden dan in de woorden 'heel gelukkig'.Wellicht was het beter geweest om dit geluk in een beeld tot uitdrukking te brengen. Maar al met al een prachtig gedicht!

Namens de jury,
Liesbeth Annokkee