Mijn hond is dood (24 januari 2020)
Mijn hond is dood.
Ik had haar vanmorgen nog op schoot.
Ze likte aangedaan mijn hand.
Ik streelde zacht haar lieve poot.
Ze likte aangedaan mijn hand.
Ik streelde zacht haar lieve poot.
Ze keek me aan toen ik haar zei:
We moeten ons nu voorbereiden.
Nog een minuutje op mijn schoot,
Nog een minuutje voor je dood.
We moeten ons nu voorbereiden.
Nog een minuutje op mijn schoot,
Nog een minuutje voor je dood.
Nog een minuutje handen likken.
Nog een minuutje onze blikken.
En daarna je bestaan ontsnappen.
En daarna kalm de tijd uitstappen.
Nog een minuutje onze blikken.
En daarna je bestaan ontsnappen.
En daarna kalm de tijd uitstappen.
Met haar is het voorgoed gedaan.
Haar levenskracht voorgoed gebroken.
Ik had haar lief, ik liet haar gaan.
Haar ogen met mijn hulp gesloten.
Haar levenskracht voorgoed gebroken.
Ik had haar lief, ik liet haar gaan.
Haar ogen met mijn hulp gesloten.
Haar lenig lichaam werd een ding.
Ik rook haar niet of ergens wel.
Ik rook daarna haar riem die hing.
Als laatste boodschap aan de trap.
Ik rook haar niet of ergens wel.
Ik rook daarna haar riem die hing.
Als laatste boodschap aan de trap.
Ik dacht, haar leven heb ik nu voltooid.
In mijn bestaan onmetelijk verdriet.
En dankbaarheid om al haar trouw.
Maar dood zijn, nee, begrijp ik niet.
In mijn bestaan onmetelijk verdriet.
En dankbaarheid om al haar trouw.
Maar dood zijn, nee, begrijp ik niet.