zondag 6 juni 2021

Remco Ekkers, in memoriam

 

Mijn kip gered

 

De dierendokter had het

over verlamde poten

maar gelukkig zag de buurman een wakker oog en weigerde

mijn kip te slachten

en zo bleef Sneeuwstorm leven

 

Ze lag eerst nog in het stro

alsof ze niet meer lopen wou

Later dacht ik: om te broeden?

 

Na twee dagen liep ze

kwiek in het buitenhok

sprong over het konijn

recht in mijn armen.

 

Kijk, dit is precies waarom ik mijn dochters destijds Haringen in de sneeuw (Zilveren Griffel 1984)  voorlas. Je leest het en je snapt het, je snapt het meteen,  het bijzondere, de blik op het wonder van de taal. De gedichten waren bedoeld ‘voor de oudere jeugd’, de dochters vonden het prima, ze waren vijf en drie jaar oud.

Remco Ekkers hoorde bij dichters als Leendert Witvliet en Fetze Pijlman, dichters met een oneindige liefde voor kinderen en dieren.

Jaren later, we woonden al in Winsum, kwam Remco Ekkers in ons cultureel gebouw (het café) met een lezing over een beroemde schrijver of dichter. Mijn echtgenoot, die mee was, zei: ‘Wat zie die man er jong uit’. Remco glom en glansde toen ik het hem jaren later vertelde.

Ik geloof dat het 2001 was dat ik Remco Ekkers een paar gedichten opstuurde. Waarom hem? Hij was dichter, iemand die mij niet kende, die didactisch begaafd was en die ook in de provincie Groningen woonde (om te gillen zo naïef en politiek (?) correct als ik toen nog was). Het was drie dagen later, en zaterdagavond toen de telefoon ging en hij, de dichter Remco Ekkers, mij het gedicht Fawaku dushi begon voor te lezen. Fawaka dushi werd later een van de gedichten uit Mos en gladde paadjes. De bundel waarmee ik in 2003 de C. Buddingh’ prijs won. Remco Ekkers had me het allergrootste compliment gegeven dat ik me maar kon wensen.

Kwam iemand in de tuin vanmiddag een hommage aan de dichter C.O. Jellema, overleden in 2003 verscheen in 2007 bij Uitgeverij kleine Uil (redactie Ton Meijer, Marjoleine de Vos, Jane Leusink). Er deden een kleine dertig dichters aan mee), Uit Remco’s bijdrage ‘Saaksum’ (de begraafplaats waar Jellema begraven ligt): ‘Je ligt volledig uitgestrekt in je bundels/op ons te wachten. We kunnen je herkennen/in je beelden, herinneringen, spinsels en/je laat ons kijken over de heg/verder dan de verte’.

Van Wierde van Wierum vormden Remco en ik gezamenlijk de redactie. We vroegen een twintigtal dichters om een gedicht. De bundel verscheen ter gelegenheid van de renovatie van de wierde in 2010 ook bij Uitgeverij kleine Uil. Remco schreef het gedicht ‘Grond’ : ‘We zien de wolken schuiven/over de ontgonnen kwelderoeverwal/over het land waarvan we houden,

Het motto van Douwe Draaisma geheugenboek is een uitspraak van Marten Toonder: ‘[…] omdat iets wat in de jeugd gebeurd is, dikwijls het gevolg is van een voorval op oudere leeftijd. Herinneringen aan de toekomst, noemt Douwe Draaisma dat. Remco Ekkers’ tragische dood zet mijn herinneringen aan hem op scherp. Het zijn er zo veel, nog zo veel meer beelden, gesprekken, zijn presentatie van Mos en gladde paadjes in Het Schathuis van de borg Verhildersum in 2003.

Begin mei stuurde hij me een prachtig citaat uit Naar de natuur van W.G. Sebald en schreef erbij: ‘Ik dacht aan jou, aan jouw gedicht over de geschiedenis van je man.’ (In: een grazende streep in de lucht).

Remco, we zijn geschokt en verdrietig door je plotselinge sterven, maar we kunnen je herkennen, in je beelden, herinneringen, spinsels en je laat ons kijken over de heg, verder dan de verte.

Uit Hop over de sofa, Remco’s onlangs verschenen laatste bundel:

Pop

Ze geeft zich niet

nooit als een lappenpop

hop over de sofa.

 

Krijgt, maakt of neemt ze

een kind?

 

Krijgen lijkt het beste

van de omstandigheden

het toeval, noodlot

zin misschien.

 

Hoe dan als het stikt

dood blijft in de wieg

of al groter van het balkon

hop over de rand.

 

In je armen

met rimpels

net zo toevallig

als een vogel.

zondag 16 mei 2021

Hond 16 jaar, driewerf hoera


Typisch de steen van een bergbeklimmer

Vandaag, 28 januari is Hond 16 jaar geworden. Driewerf hoera! Het hoge doel bereikt. Ze is nu net zo oud als haar moeder was. Polka trok indertijd met de schaapskudde mee de Pyreneeën in en verdween op een door haar geschikt bevonden plek. Om te sterven. Dat gaat Hond hier in de binnenstad van Groningen niet meemaken helaas. Waarschijnlijk eindigt ze in een mooi bewerkt potje op de schoorsteenmantel. 

Het zal daarna wel verstrooien worden. Op haar lievelingsplek aan de Oosterhamrikkade, een van de weinige plaatsen in de stad waar de natuur nog zijn goddelijke eigen gang mag gaan en van de weeromstuit de schitterendste, maar in feite heel gewone, bloemen en planten produceert. 

Of op Wierum, de begraafplaats, waarnaar ze me rennend naast de fiets altijd vergezelde, maar waar ze nu te krakkemikkig voor is. Op Wierum ligt mijn man begraven, Leo Cukier. Je kunt daar zijn steen bezoeken, typisch de steen van een bergbeklimmer. Ontworpen door de Groningse beeldhouwer Noud de Wolf, een van zijn beste klimkameraden.

De tekst:
Je suis parti un bon matin
Pour les pays des lendemains
Pour les pays des jours heureux
Tout seul
Je n'avais rien dansles mains
Sur les lèvres aucun refrain
Aucune larme dans les yeux
Adieu

Of in de enorme tuin van vrienden in Leens waar ze logeert als ik ‘s zomers naar dochter Roos en haar schapen in de Pyreneeën ga of 's winters naar de natuurgebieden van Saint Nazaire en Garrieux waar de schapen dan lopen, in de buurt van Perpignan en Salses aan de Méditerranée.
Al twee jaar lang denk ik dat Hond het volgend jaar niet zal halen, en kijk nu eens.
Dus een rode roos aan de halsband en een stuk mergpijp in de bek (waar ik eerst wel het merg had uitgevist - de tanden niet waar). De homeopatische dierenarts uit Pieterburen was ook op het feestje, zij en ik dronken Sislinethee en verorberden overheerlijke tompoezen.
Maar hond is nu wel erg wankel en ik bereid me serieus voor op ons afscheid en haar verscheiden. Zo’n lieve hond. 13 jaar bij me. Maar nu eerst nog het laatste vreugdevolle rondje van de dag, even de stramme poten strekken.


dinsdag 20 oktober 2020

Message aux terriens/Bericht aan de aardbewoners


Hieronder het gedicht Message aux terriens. Ik las het op de achterkant van La Libération, september 2018. Het is een woedend gedicht; ik las het toen ik over de Pyreneeën vloog, op weg naar huis. Ik kwam van mijn dochter die zomers hoog in de Pyreneeën woonde en werkte en die nu niet meer is. Door Covid-19 heb ik mijn kleindochter al meer dan een jaar niet kunnen zien, tot twee keer toe werd een reis gecanceld. Woedend, het hoort niet maar dat ben ik ook, daarom het heb ik Michels Polnareffs boodschap vertaald.

Bericht aan de aardbewoners
Ik heet Aarde
En jij … Jij kent zelfs de helft van mijn woede niet
Jij doodt mijn bomen, mijn bossen, mijn bijen
Wie ben jij? Jij bent niets.
Je schijnt te vergeten dat zonder mij
Je zelfs niet geboren zou zijn
Aan jouw gebrek aan liefde
Kan ik me nog geen dag verwarmen.
Jij maakt van mijn ijsberen manisch-depressieve beren
Die tussen hemel en aarde drijven
Kijk naar jezelf voordat het ijs smelt
Aardbewoner, kijk naar jezelf …
Stop met graven in mijn ingewanden
Accepteer de zwaarte van je vondsten
Graaf voor mijn part de hemel leeg, en zoek een goed heenkomen
Voordat ik je uitwis.
Ik heet Aarde en Universum
Op een dag is door mij je moeder gemaakt.
Hou op met me te straffen.
Waarom wil je Aarde niet.
Een ‘Aarde … gelukkig’.



Afbeelding kan het volgende bevatten: tekst

maandag 15 juni 2020

Natuurbegraafplaats op de Wierde van Wierum

'Want wat is hier anders dan distels en droefheid'? dichtte Hedwig Selles indertijd ter gelegenheid van de renovatie en oplevering van de Wierde van Wierum. De dichter Remco Ekkers en ikzelf hadden dichters in den lande uitgenodigd een bijdrage te leveren aan de gelijknamige bundel (Uitgeverij kleine Uil, 2010). Een feestelijke bundel met bijdragen van Tom van Deel, Anton Korteweg, Kopland, C.O. Jellema, Hans Groenewegen, Aly Freije en een dertigtal anderen.
Een schitterende glooiing markeert anno 2020 de wierde die afgelopen twee jaar wederom een gedaantewisseling heeft ondergaan. Men heeft er langszij een natuurbegraafplaats gerealiseerd, deze ingezaaid met zeer bloemrijke zadenmengsels die inmiddels ook tot volle wasdom zijn gekomen. Margrieten vindt men er, klaprozen, wikke, kamille, alle met hun typische nostalgische gevoelens opwekkende zomergeuren. Vandaag in de loom makende warmte fladderden kleine vossen er in groten getale rond, zoemden de bijen, tjilpten de mussen.
Twee mensen hadden zich al laten begraven. Een vreemd indrukwekkend schouwspel als je er in de koesterende zomerzon rondloopt en ze daar zo midden in de wereld ziet liggen, ze zijn nog maar kortelings ter aarde besteld, zo vers en de grond moet nog inklinken. 

Racismedemonstratie op de Dam in Amsterdam, het Malieveld in Den Haag, de Grote Markt in Groningen in tijden van Corona en mondkapjesperikelen



Consternatie in Amsterdam en een burgemeester die er van langs kreeg

Sommige negatieve reacties op de demonstraties (moet me van het hart) vind ik hypocriet, soms regelrecht rancuneus. Zie al die hordes die zich al weken bos- en strandwaarts begeven enzovoort enzoverder. Hier in Groningen deden ze het fantastisch, op het Malieveld ook. Leren noem je dat. In Rotterdam werd de demonstratie halverwege afgelast vanwege te grote drukte, zonder problemen.

Nabrander

Mijn actiehart sprong op toen ik hoorde van de demonstratie vanmiddag 2 juni op de Grote Markt. George Floyds leven doet er wel degelijk toe en tegen racisme je stem verheffen is altijd opportuun. Maar mijn vrijheid om al dan niet mee te doen is slechts vrijheid als die niet ten koste gaat van anderen, houdt dus verantwoordelijkheid in. Enfin na een uur waarin ik mondkapjesdraagles kreeg begon de ratio op te spelen en besloot ik die laatste gedachte handen en voeten te geven en NIET te gaan (overigens behoor ik driedubbel tot de kwetsbaren dus ...) en besloot meteen maar de film J’accuse, die meteen na de demonstratie begint en die ik allang heel graag wilde zien, ook te cancellen. De mondkapjesdraagmethodiek kan ik nog wel met jullie delen. Het witte zit fout, het blauwe eigenlijk ook hoewel de methodiek klopt. Mijn hoofd is geloof ik te klein en mijn oorlelletjes vouwen dubbel.

donderdag 7 mei 2020

Mijn hond is dood

Mijn hond is dood (24 januari 2020)
Mijn hond is dood.
Ik had haar vanmorgen nog op schoot.
Ze likte aangedaan mijn hand.
Ik streelde zacht haar lieve poot.
Ze keek me aan toen ik haar zei:
We moeten ons nu voorbereiden.
Nog een minuutje op mijn schoot,
Nog een minuutje voor je dood.
Nog een minuutje handen likken.
Nog een minuutje onze blikken.
En daarna je bestaan ontsnappen.
En daarna kalm de tijd uitstappen.
Met haar is het voorgoed gedaan.
Haar levenskracht voorgoed gebroken.
Ik had haar lief, ik liet haar gaan.
Haar ogen met mijn hulp gesloten.
Haar lenig lichaam werd een ding.
Ik rook haar niet of ergens wel.
Ik rook daarna haar riem die hing.
Als laatste boodschap aan de trap.
Ik dacht, haar leven heb ik nu voltooid.
In mijn bestaan onmetelijk verdriet.
En dankbaarheid om al haar trouw.
Maar dood zijn, nee, begrijp ik niet.


Met Hond in rugzakje



Met Hond in Rugzakje

Vandaag (ook mijn verjaardag) met Hond in het rugzakje naar de vrienden die haar jarenlang hebben opgepast als ik naar dochter Roos in Frankrijk was. Nu hebben we in hun tuin haar as uitgestrooid onder de bloeiende appelboom. Een mooi, aandachtig moment waar we, want gehinderd door Coronagedoe en het weer, al een tijdlang naar hadden uitgekeken. Bij de lunch in de zonovergoten tuin hadden we naast zalm, garnalen en vele andere lekkerigheden, ook een (goede), mooi lichtrode Beaujolais uit 2018. Het was ook verjaardag hè. Ik kreeg allerlei leuke cadeautjes. Het was een bewogen dag.



 


.