maandag 18 maart 2013

Schrijversvakschoolpoëzie op 24 maart in Paleis






Schrijversvakschool Groningen



Op zondag 24 maart -tijdens de boekenweek- treden onze studenten op in het Paleis, Boterdiep 111




[hoek Bloemsingel], Groningen.


Jean Pierre Rawie is de entr’act, Casper Rupert de pianist. De middag begint om 13.15 uur in de

Erlenmeyerzaal en eindigt rond 16.00 uur in Brasserie Het Paleis.






Programma


Opening met Schubert op het keyboard door Casper Rupert

Gedichten van de eerstejaars •Reineke van Ommen •Janneke Holwarda •Susanna Lemstra •Marie-José ten Cate

•Agnes Douwes •Annie Martens

Intermezzo: Casper Rupert

Gedichten van de tweedejaars •Erik-Jan Hummel •Betsy Tans •Ellie van den Bos •Mieny Bierling •Theo Spijker

•Leonie Veraar

Korte pauze met Casper Rupert

Voordracht door Jean Pierre Rawie

Gedichten van de derdejaars (en een cursist) •Anje Gnodde •Leonie Barnier •Laurens Krüger •Sylvia Dragtstra

•Jan-Willem Dijk





























dinsdag 5 maart 2013

Checkpoint, twee gedichten (Tzum literaire weblog)

http://www.tzum.info/2013/02/gedicht-jane-leusink-checkpoint-1-2/


Weer zwelt uw uier, heilige moedernacht


is de eerste regel van het gedicht 'De nacht' van Christine D'haen. Het is te vinden in Onyx (1983), maar nu ook in Boezeming, een bundel met soms hilarische borstengedichten samengesteld door Reine De Pelseneer en Frank Pollet. Ze schrijven onder andere: 'Een wetenschappelijke studie heeft iets leuks bewezen: "Staring at women's breasts is good for men's health and makes them live longer.' Het zou tot vijf jaar kunnen schelen."
Waarna 2x33 gedichten rond en over borsten (m/v) volgen. Met zes sensuele (let op: niet erotische) foto's van vrouwenborsten en één poëtische mannenborst, alle van de hand van Malou Swinnen.
(Uitgeverij P. Leuven 2013).
Zeer aanbevolen.

Hieronder mijn geliefde 'Koe' uit Mos en gladde paadjes (de complete bundel staat op dit blog). (Mozaïek 2003). Te vinden op p. 30 van Boezeming.


koe

Argeloos biedt ze zich aan, alleen haar rug en ene oor

passen net niet in het beeldvlak, maar voor de rest

is ze vlakbij, haar roze borsten ook. Haar neus is

vochtig en heel roze, ik weet het wel, het gaat ook over

verf, over huid en over dat stuk lila in de linkerbovenhoek.

In haar mond groeit roze tong. Ze buigt zich naar mij

over, groei ik, denk: ze gaat mij likken, ze gaat mij eerst

besnuffelen, dan likken, laat lila stiekem naar zich

kijken. Werk mij op mijn rug, sluit mijn ogen

richt mijn meisjesborsten. Wat is obsceen, wat zinnelijk?

Alleen het afgesneden koeienoor vangt onze kleine

kreetjes op. Weet ik, wat kijkt ze, kijkt ze blindelings.